ECLI:NL:CRVB:2015:691
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Oplegging van maatregelen wegens schending van de inlichtingenverplichting in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen, waarbij maatregelen zijn opgelegd wegens schending van de inlichtingenverplichting. Appellant ontving bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en had naar aanleiding van informatie van de Belastingdienst een onderzoek naar zijn recht op bijstand. Het college stelde vast dat appellant in 2010 een omzet van € 1.000,- had behaald uit de inkoop en verkoop van auto’s, maar appellant ontkende enige inkomsten te hebben. Het college herzag de bijstand en legde een maatregel op van 10% verlaging van de bijstand wegens het niet melden van inkomsten en een maatregel van 20% wegens het niet naar vermogen inspannen om algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen. De rechtbank Limburg verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college op goede gronden de maatregelen had opgelegd, aangezien appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden en niet op verifieerbare wijze had gesolliciteerd. Het hoger beroep van appellant werd afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd.