ECLI:NL:CRVB:2015:672
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WGA-uitkering en geschiktheid van functies in het kader van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de intrekking van de WGA-uitkering van appellante, die eerder was toegekend op basis van linkerschouderklachten en een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Het Uwv had vastgesteld dat appellante per 22 december 2011 niet langer recht had op de WGA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld, bijgestaan door haar advocaat, mr. A.F. Dorhout.
Tijdens de procedure heeft het Uwv een verweerschrift ingediend, vergezeld van rapporten van verzekeringsartsen. Appellante heeft ook medische informatie overgelegd, waaronder een rapport van psychiater S. Henselmans. De rechtbank had in haar eerdere uitspraak geoordeeld dat het Uwv zorgvuldig onderzoek had verricht en dat de medische gegevens voldoende waren gewogen. Appellante voerde in hoger beroep aan dat de verzekeringsartsen onvoldoende rekening hadden gehouden met haar psychische klachten en dat er meer expertise nodig was.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en vastgesteld dat de verzekeringsartsen een zorgvuldig medisch onderzoek hebben uitgevoerd. De Raad concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat de belastbaarheid van appellante was overschat en dat de geschiktheid van de geduide functies voldoende gemotiveerd was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.