ECLI:NL:CRVB:2015:666
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- J.C. Hoogendoorn
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de afwijzing van een tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming ouders van thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG)
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, die op 6 december 2013 het beroep tegen het besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ongegrond verklaarde. Appellante had op 14 september 2012 een tegemoetkoming aangevraagd op grond van de Regeling tegemoetkoming ouders van thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG) voor haar dochter. De Svb weigerde deze tegemoetkoming met het argument dat de dochter van appellante niet voldeed aan de vereisten voor een indicatie voor zorg op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De rechtbank onderschreef het oordeel van de Svb en verklaarde het beroep ongegrond.
In hoger beroep herhaalt appellante haar eerdere argumenten en stelt dat er sprake is van een bijzonder geval, omdat zij onbekend was met de TOG-regeling en dat de Svb en andere instanties haar hierover niet hebben geïnformeerd. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat de onbekendheid van appellante met de TOG niet kan worden aangemerkt als een bijzonder geval volgens de beleidsregels van de Svb. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en concludeert dat er geen gronden zijn om de beslissing van de Svb te herzien. De Raad komt tot de slotsom dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.