ECLI:NL:CRVB:2015:642
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering wegens verblijf in het buitenland
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die sinds 1 maart 2006 bijstandsuitkering ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), heeft zijn bijstandsuitkering zien intrekken omdat hij naar Oman was vertrokken voor werk. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant op 25 augustus 2012 naar Oman is vertrokken en dat hij sindsdien niet langer zijn hoofdverblijf in Nederland had. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellant de inlichtingenverplichting had geschonden door zijn vertrek niet vooraf te melden. De Raad heeft deze beslissing bevestigd, maar oordeelde dat de rechtbank ten onrechte geen proceskostenveroordeling had uitgesproken. De Raad heeft het college van burgemeester en wethouders van Winsum veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de appellant in zowel de eerste als de tweede instantie. De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd en de proceskosten vastgesteld op € 980,- voor beide instanties, evenals de vergoeding van het griffierecht.