ECLI:NL:CRVB:2015:636
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor een accu voor scootmobiel op basis van onvoldoende noodzaak
In deze zaak heeft appellant, die een scootmobiel ontvangt op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), een aanvraag ingediend voor een accu met een grotere capaciteit dan de standaard geleverde accu. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, omdat er volgens hen geen noodzaak was voor een grotere accu. De rechtbank Den Haag heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, en appellant is in hoger beroep gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. Appellant heeft aangevoerd dat de huidige accu niet voldoende is voor zijn vervoersbehoefte en maatschappelijke participatie, maar de Raad oordeelt dat de rechtbank de beroepsgronden van appellant afdoende heeft besproken en gemotiveerd waarom deze niet tot een vernietiging van het bestreden besluit leiden. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en voegt hieraan toe dat de informatie van de leverancier van de scootmobiel bevestigt dat de huidige accu voldoet aan de gestelde normen en dat appellant met de standaard accu voldoende gecompenseerd wordt.
De Raad concludeert dat appellant in hoger beroep geen nieuwe gronden heeft aangevoerd en dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank moet worden bevestigd. De uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij, met M. Crum als griffier, en is openbaar uitgesproken op 4 maart 2015.