ECLI:NL:CRVB:2015:634
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- W.H. Bel
- C.H. Rombouts
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening met terugwerkende kracht en bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het dagelijks bestuur van de Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard, dat hem bijstandsverlening met terugwerkende kracht tot 23 april 2012 had geweigerd. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant in 2012 bijstand had ontvangen voor de periode van 1 tot 23 april, maar dat hij geen rechtsmiddelen had aangewend tegen eerdere besluiten die zijn aanvragen om bijstand betroffen. De appellant stelde dat er bijzondere omstandigheden waren die bijstandsverlening met terugwerkende kracht rechtvaardigden, maar de Raad oordeelde dat deze omstandigheden niet waren aangetoond. De Raad bevestigde dat er in beginsel geen recht op bijstand bestaat voor perioden voorafgaand aan de aanvraag, tenzij bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen. De Raad concludeerde dat de financiële problemen van de appellant, voortkomend uit zijn ontslag en scheiding, niet als zodanig konden worden aangemerkt. Ook de vermeende onjuiste voorlichting door het dagelijks bestuur over de bijstandsverlening werd niet als voldoende argument gezien. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees de verzoeken van de appellant af.