ECLI:NL:CRVB:2015:506
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van geschiktheid voor functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellante. Appellante, die eerder als WMO-consulente werkte, was uitgevallen door buik- en psychische klachten. Het Uwv had vastgesteld dat zij met ingang van 14 januari 2013 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, en dus geen recht had op een WIA-uitkering. Appellante was het hier niet mee eens en stelde dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig was uitgevoerd en dat haar klachten onvoldoende waren meegenomen in de beoordeling. De rechtbank Gelderland had het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd. De verzekeringsarts had de medische beperkingen van appellante correct vastgesteld en de arbeidsdeskundige had overtuigend aangetoond dat appellante in staat was om de werkzaamheden van de geselecteerde functies te verrichten. De Raad bevestigde dat het Uwv zich bij de vaststelling van het recht op een WIA-uitkering zowel kon baseren op de geschiktheid voor eigen werk als op de geschiktheid voor andere functies. De hoger beroepsgronden van appellante werden als herhalingen van eerdere argumenten beschouwd en de Raad oordeelde dat de rechtbank de gronden terecht had verworpen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.