Uitspraak
OVERWEGINGEN
signaleringen – in overeenstemming is met de belastbaarheid van appellant.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. Appellant, die sinds 19 oktober 2009 als magazijnmedewerker werkte, had een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) ontvangen en later een uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd. Het Uwv had vastgesteld dat appellant per 26 november 2012 recht had op een loongerelateerde WGA-uitkering, maar dat zijn arbeidsongeschiktheid op dat moment 40,48% was. Na bezwaar werd deze mate van arbeidsongeschiktheid herzien naar 27,89%, en het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond, met de mededeling dat de uitkering per 29 augustus 2014 zou eindigen omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt was.
De rechtbank Limburg verklaarde het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond, waarbij werd overwogen dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat appellant medisch in staat werd geacht de geselecteerde functies te vervullen. In hoger beroep voerde appellant aan dat zijn fysieke klachten hem belemmerden in het verrichten van arbeid en dat zijn arbeidsongeschiktheid op 80 tot 100% moest worden vastgesteld. Hij stelde dat de verzekeringsartsen onvoldoende rekening hadden gehouden met zijn medische situatie en dat er twijfels bestonden over de juistheid van de vastgestelde belastbaarheid.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de fysieke klachten van appellant voldoende had betrokken bij zijn beoordeling. De Raad concludeerde dat er geen objectieve medische gegevens waren die erop wezen dat appellant meer beperkt was dan in de functionele mogelijkhedenlijst (FML) was vastgesteld. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde.