ECLI:NL:CRVB:2015:4996
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- J.W.L. van der Loo
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake arbeidsongeschiktheid en besluitvorming door het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 december 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, vertegenwoordigd door mr. N. Köse, had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 16 mei 2013, waarin zijn beroep ongegrond was verklaard. De Raad had eerder, op 24 december 2014, een tussenuitspraak gedaan (ECLI:NL:CRVB:2014:4405) waarin het Uwv was opgedragen om gebreken in de motivering van het bestreden besluit te herstellen.
Ter uitvoering van deze tussenuitspraak heeft het Uwv op 17 april 2015 medegedeeld dat appellant alsnog volledig arbeidsongeschikt wordt geacht, in plaats van de eerder vastgestelde 35 tot 45% arbeidsongeschiktheid. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv op basis van een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 27 maart 2015 tot dit nieuwe oordeel is gekomen. De Raad oordeelt dat het eerdere besluit van het Uwv, dat appellant niet volledig arbeidsongeschikt achtte, niet langer houdbaar is en vernietigt dit besluit.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak vernietigd, het beroep tegen het besluit van 18 oktober 2012 gegrond verklaard en het Uwv opgedragen om een nieuw besluit te nemen. Tevens is het Uwv veroordeeld tot betaling van de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 2.880,-. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.