ECLI:NL:CRVB:2015:4911

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 december 2015
Publicatiedatum
30 december 2015
Zaaknummer
15/6520 AWBZ-VV-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in het kader van AWBZ-zorg door CIZ na wetswijzigingen

Op 21 december 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/6520 AWBZ-VV-PV. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit verzoek was ingediend door een verzoekster die in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, waarin het beroep tegen een besluit van het CIZ van 13 februari 2015 ongegrond was verklaard. Het bestreden besluit had betrekking op de indicatie van zorg op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

De verzoekster wilde dat er per direct een oplossing kwam voor haar benarde positie in de vorm van AWBZ-zorg. De voorzieningenrechter heeft echter vastgesteld dat het CIZ, als gevolg van recente wetswijzigingen, niet langer bevoegd is om indicatiebesluiten te nemen. Dit betekent dat de verzoekster zich moet wenden tot het college van burgemeester en wethouders van haar woonplaats voor verdere stappen. De voorzieningenrechter concludeert dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet voor inwilliging in aanmerking komt, gezien de gewijzigde bevoegdheden van het CIZ.

De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen dat de verzoekster al stappen heeft ondernomen om haar situatie te verbeteren, maar dat het CIZ niet meer de juiste instantie is om haar verzoek te behandelen. De griffier van de Centrale Raad van Beroep heeft het proces-verbaal van deze mondelinge uitspraak opgemaakt.

Uitspraak

15/6520 AWBZ-VV-PV
Datum uitspraak: 21 december 2015
Centrale Raad van Beroep
Voorzieningenrechter
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening
Partijen:
[naam] te [woonplaats] (verzoekster)

CIZ

Zitting heeft: J. Brand
Griffier: C.M.A.V. van Kleef
Ter zitting is verschenen namens CIZ: mr. S. Kersjes-van Bussel

BESLISSING

De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen:
Verzoekster heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland van 10 september 2015, 15/4409 en 15/1631 (aangevallen uitspraak), waarbij het beroep tegen een besluit van CIZ van 13 februari 2015 (bestreden besluit) ongegrond is verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen. Het bestreden besluit heeft betrekking op de indicatie van zorg op grond van het bepaalde bij en krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
Uit de gedingstukken leidt de voorzieningenrechter af dat verzoekster wil bewerkstelligen dat er per direct en in de vorm van AWBZ-zorg een oplossing komt voor de benarde positie waarin zij verkeert.
Daargelaten de vragen of de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit in stand kunnen blijven, kan de voorzieningenrechter er niet aan voorbij gaan dat CIZ als gevolg van wetswijzigingen niet langer bevoegd is om indicatiebesluiten te nemen als waarom door verzoekster is verzocht. Verzoekster dient zich, zoals zij al heeft gedaan, tot het college van burgemeester en wethouders van haar woonplaats te wenden. Reeds hierom komt het verzoek om een voorlopige voorziening niet voor inwilliging in aanmerking.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(get.) C.M.A.V. van Kleef (get.) J. Brand
Voor eensluidend afschrift
de griffier van de
Centrale Raad van Beroep

IJ