ECLI:NL:CRVB:2015:4899
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- G. van Zeben-de Vries
- P. Vrolijk
- Rechtspraak.nl
Weigering van Wajong-uitkering na laattijdige aanvraag en medisch onderzoek
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1972, op 16 september 2011 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering. Deze aanvraag werd afgewezen op 25 november 2011, waarna appellante bezwaar maakte. De rechtbank Groningen verklaarde het beroep tegen dit besluit ongegrond op 17 oktober 2012. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij nooit over een relevante verdiencapaciteit heeft beschikt en dat er beperkingen waren in de jaren negentig, zoals aangegeven door een verzekeringsarts. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de aanvraag laattijdig was, aangezien deze pas 22 jaar na haar 17e verjaardag werd ingediend. De Raad oordeelde dat de verzekeringsartsen van het Uwv zorgvuldig onderzoek hebben verricht en dat er geen medisch objectiveerbare beperkingen konden worden vastgesteld op het 17e/18e levensjaar van appellante. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 23 december 2015.