ECLI:NL:CRVB:2015:4836
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- M. Hillen
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van de rechtbank Rotterdam inzake niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, een dak- en thuisloze van Portugese nationaliteit, had in 2011 een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft deze aanvraag echter buiten behandeling gesteld, omdat de appellant niet tijdig had gereageerd op een verzoek om aanvullende bewijsstukken. De rechtbank heeft het beroep van de appellant gegrond verklaard en het bestreden besluit van het college vernietigd, maar heeft de bezwaren tegen de besluiten van het college niet-ontvankelijk verklaard.
In hoger beroep heeft de Raad de zaak opnieuw beoordeeld. De Raad oordeelde dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat de besluiten tijdig aan de appellant zijn bekendgemaakt. De Raad benadrukte dat de bekendmaking van besluiten moet geschieden door toezending aan de betrokkene, en dat het vermelden van besluiten in een andere beslissing geen geldige bekendmaking is. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank ten onrechte het bezwaar tegen de besluiten niet-ontvankelijk heeft verklaard en heeft de aangevallen uitspraak vernietigd.
De Raad heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en het college veroordeeld in de proceskosten van de appellant. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige bekendmaking van besluiten en de rechten van aanvragers in het bestuursrecht.