ECLI:NL:CRVB:2015:4821
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over arbeidsongeschiktheid en diploma-eisen in het kader van de Wet WIA
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2015, in de zaak met nummer 14/5539 WIA-T, wordt de beslissing van het Uwv om appellante geen recht op een uitkering te verlenen, heroverwogen. Appellante had zich op 24 augustus 2011 ziek gemeld en het Uwv had vastgesteld dat zij met ingang van 21 augustus 2013 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Het bezwaar van appellante tegen deze beslissing werd eerder ongegrond verklaard door de rechtbank Zeeland-West-Brabant. In hoger beroep betoogde appellante dat het Uwv een onzorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek had verricht en dat de geselecteerde voorbeeldfuncties niet geschikt voor haar waren. Het Uwv had in een nieuw besluit, gedateerd 14 april 2015, de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 36,01% en een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend.
De Raad oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft onderbouwd dat appellante voldoet aan de diploma-eisen voor de functie van medisch codeur, aangezien zij niet beschikt over het vereiste HAVO-diploma. De arbeidsdeskundige heeft niet aangetoond dat de opleidingen die appellante heeft gevolgd, in het verlengde liggen van de HAVO-opleiding. De Raad draagt het Uwv op om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen door nader arbeidskundig onderzoek te verrichten. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de noodzaak om diploma-eisen adequaat te onderbouwen.