ECLI:NL:CRVB:2015:4802
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid voor de vervulling van de functie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen het besluit van het Drechtstedenbestuur, waarbij hem ontslag is verleend wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid voor de vervulling van zijn functie. Appellant was sinds 1 januari 1998 werkzaam bij het bestuur en had zich in 2007 ziekgemeld. Na een periode van re-integratie en een terugkeer naar zijn functie, werd appellant in 2014 ontslagen. Het bestuur stelde dat appellant niet over de benodigde eigenschappen en instelling beschikte om zijn functie goed te vervullen, wat leidde tot het ontslag. De rechtbank Rotterdam had eerder het beroep van appellant gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het bestuur voldoende had aangetoond dat appellant ongeschikt was voor zijn functie. De Raad oordeelde dat appellant voldoende gelegenheid had gekregen om zijn functioneren te verbeteren en dat het bestuur niet onzorgvuldig had gehandeld. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond.