ECLI:NL:CRVB:2015:4799
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- B.J. van de Griend
- J.L. Meijer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag erkenning als oorlogsslachtoffer op basis van onvoldoende bewijs van oorlogsgeweld
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1942 in het voormalig Nederlands-Indië, een aanvraag ingediend om erkend te worden als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De aanvraag werd oorspronkelijk afgewezen door de Pensioen- en Uitkeringsraad op 8 april 2002, omdat appellante niet voldoende had aangetoond dat zij was getroffen door oorlogsgeweld. Dit besluit werd na bezwaar gehandhaafd. Appellante heeft in latere jaren meerdere verzoeken ingediend om de afwijzing te herzien, maar telkens zonder succes. De Raad voor de Rechtspraak heeft in deze uitspraak geoordeeld dat er geen nieuwe feiten of gegevens zijn gepresenteerd die aanleiding geven om de eerdere afwijzingen te herzien. De Raad benadrukt dat de criteria voor erkenning onder de Wubo strikt zijn en dat de ervaringen van appellante, hoewel moeilijk, niet voldoen aan de vereisten van de wet. De Centrale Raad van Beroep heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag om erkenning als oorlogsslachtoffer standhoudt.