ECLI:NL:CRVB:2015:4797
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontslagbesluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een ontslagbesluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Appellant, werkzaam als heftruckchauffeur/magazijnmedewerker, meldde zich op 23 maart 2010 ziek tijdens een vakantie op de Filippijnen. Op 9 mei 2011 verleende de minister appellant eervol ontslag, wat appellant pas op 10 september 2012 via e-mail opnieuw ontving. Appellant maakte bezwaar tegen het ontslag, maar de minister verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. De rechtbank Noord-Nederland verklaarde het beroep tegen dit besluit ongegrond. Appellant ging in hoger beroep, waarbij hij aanvoerde dat de minister het ontslag niet naar het juiste adres had verzonden, aangezien hij op de Filippijnen verbleef. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de minister het besluit naar het laatst bekende adres van appellant mocht verzenden, omdat appellant geen ander correspondentieadres had doorgegeven. De Raad concludeerde dat appellant voldoende bereikbaar was via e-mail en dat de termijn voor het indienen van bezwaar niet verschoonbaar was overschreden. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.