ECLI:NL:CRVB:2015:4795
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- B.J. van de Griend
- J.L. Meijer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om toekenningen krachtens de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv)
In deze zaak heeft appellant, geboren in 1957, een aanvraag ingediend voor toekenningen krachtens de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv). Deze aanvraag werd op 5 februari 2014 afgewezen, en het bestreden besluit van de Pensioen- en Uitkeringsraad werd gehandhaafd. Appellant beroept zich op de oorlogservaringen van zijn ouders, maar de Raad stelt vast dat de Wuv sinds 15 juli 1994 gesloten is voor de tweede generatie. Dit betekent dat alleen personen die vervolging hebben ondergaan en voldoen aan de overige vereisten van de Wuv in aanmerking komen voor gelijkstelling met de vervolgde.
De Raad overweegt dat de Wuv zelf al een anti-hardheidsbepaling bevat en dat het niet toepassen van de wet geen klaarblijkelijke hardheid inhoudt. Appellant kan niet worden gehoord over zijn bezwaar, omdat dit als kennelijk ongegrond is bestempeld. De Raad concludeert dat verweerder terecht de aanvraag heeft afgewezen en dat het beroep van appellant ongegrond is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend, in tegenwoordigheid van J.L. Meijer als griffier, en is openbaar uitgesproken op 24 december 2015.