Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de herziening van studiefinanciering van betrokkene, die van 1 januari 2008 tot 1 januari 2012 studiefinanciering ontving op basis van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000). De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had betrokkene als uitwonende studerende aangemerkt, maar na een onderzoek door de Sociale Recherche Noord-Holland Noord werd geconcludeerd dat betrokkene niet op het adres stond ingeschreven waar zij beweerde te wonen. Dit leidde tot een herziening van de studiefinanciering naar de norm voor een thuiswonende studerende en een terugvordering van een bedrag van € 10.142,64.
Betrokkene heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar de Minister verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de Minister vernietigd voor de periode van 1 januari 2008 tot 1 januari 2012, maar de herziening vanaf 1 januari 2012 bleef in stand. De Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van betrokkene ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat de verklaring van betrokkene tegenover de controleurs, dat zij nooit op het adres van haar broer heeft gewoond, geloofwaardig was en dat zij feitelijk op het ouderlijk adres woonde. De Raad concludeerde dat de Minister terecht de studiefinanciering had herzien naar de norm voor een thuiswonende studerende vanaf 1 januari 2012.
De uitspraak benadrukt het belang van de juistheid van verklaringen afgelegd tegenover sociale rechercheurs en de gevolgen van het niet kunnen aantonen van een andere woonsituatie.