Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- verklaart het beroep in zoverre ongegrond;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond. De zaak betreft de intrekking van een verklaring tot ontheffing van de verzekeringsplicht onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) door de Sociale verzekeringsbank (Svb). De intrekking vond plaats met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2006, na een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Het Hof oordeelde dat de Svb in overeenstemming met het Europees recht handelde door de verklaring in te trekken, omdat deze slechts declaratoir was en moest overeenkomen met de objectieve situatie van de betrokkene. De rechtbank had ten onrechte geoordeeld dat de Svb onvoldoende rekening had gehouden met de belangen van de betrokkene. De Raad benadrukte dat de Svb geen bevoegdheid heeft om een rechtstoestand vast te stellen die afwijkt van het objectieve recht. De uitspraak van de Raad bevestigt dat de betrokkene met terugwerkende kracht verzekeringsplichtig is voor zowel de AWBZ als de Zorgverzekeringswet (Zvw). De Raad concludeert dat de Nederlandse Staat verplicht is om de betrokkene bescherming te bieden in overeenstemming met het communautaire recht. De uitspraak heeft ook implicaties voor de zorgplicht van de Nederlandse Staat en de mogelijkheden voor de betrokkene om rechtsmiddelen aan te wenden indien zij niet tevreden is met de uitkomst.