ECLI:NL:CRVB:2015:4753
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar intrekkingsbesluit bijstandsverlening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin het beroep tegen het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van Lelystad ongegrond werd verklaard. Appellante, die bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college dat haar bijstand met terugwerkende kracht was ingetrokken. Dit bezwaar werd door het college niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Appellante betoogde in hoger beroep dat zij al eerder bezwaar had gemaakt en dat er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding vanwege haar psychische problemen.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de brief van appellante van 10 maart 2011 niet kan worden aangemerkt als een prematuur bezwaarschrift, omdat deze geen verwijzing bevatte naar het intrekkingsbesluit. Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij gedurende de relevante periode niet in staat was om haar belangen te behartigen. De Raad concludeert dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.