ECLI:NL:CRVB:2015:4717
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning AOW-pensioen met partnertoeslag en terugwerkende kracht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een AOW-pensioen met partnertoeslag aan appellant, die in Marokko woont. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had appellant met ingang van 1 september 2011 een AOW-pensioen toegekend, maar slechts met een terugwerkende kracht van één jaar. Appellant had verzocht om een langere terugwerkende kracht, omdat hij door analfabetisme en hoge leeftijd niet in staat was geweest om tijdig een aanvraag in te dienen. De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard, en dit oordeel werd door de Centrale Raad van Beroep onderschreven. De Raad oordeelde dat appellant in staat geacht moest worden om tijdig een aanvraag te laten indienen door een derde, en dat onbekendheid met de wettelijke regelingen in de regel geen bijzonder geval oplevert. In hoger beroep zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen die een ander licht op de zaak zouden werpen. De Centrale Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees de verzoeken van appellant af. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.