ECLI:NL:CRVB:2015:4663
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens ontbrekende gronden en onjuiste faxverzending
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 24 december 2012, waarbij een loonsanctie was opgelegd aan de werkgever van appellante. Appellante had op 19 maart 2013 gronden van bezwaar per fax ingediend, maar deze fax was niet naar het juiste faxnummer van de afdeling Bezwaar en Beroep van het Uwv verzonden. In plaats daarvan was de fax verzonden naar een ander faxnummer van de afdeling PPS AG, waar geen ontvangstregistratie van werd bijgehouden. Het Uwv ontkende de ontvangst van de fax en verklaarde dat het bezwaar niet-ontvankelijk was omdat de gronden ontbraken.
De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, en in hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt dat de fax naar een Uwv-nummer was verzonden. De Raad overwoog dat het indienen van gronden per fax een toelaatbare wijze van verzending is, maar dat de risico's voor de verzender zijn. Aangezien appellante niet kon aantonen dat de fax daadwerkelijk was ontvangen door de juiste afdeling, werd het hoger beroep afgewezen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat het bezwaar niet-ontvankelijk was verklaard omdat de gronden ontbraken en de fax niet naar het juiste nummer was verzonden.