ECLI:NL:CRVB:2015:4640
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.S. de Vries
- D. van Wijk
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar tegen besluit Zorgkantoor inzake persoonsgebonden budget en invoering trekkingsrechten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft een bezwaar van appellant tegen een besluit van het Zorgkantoor, dat hem een persoonsgebonden budget (pgb) had verleend voor de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. Appellant maakte bezwaar tegen de mededeling in het besluit van 9 januari 2014, waarin werd aangekondigd dat de betalingen van het pgb in de toekomst via de Sociale Verzekeringsbank (SVB) zouden verlopen. Het Zorgkantoor verklaarde het bezwaar ongegrond, waarop appellant in beroep ging.
De rechtbank oordeelde dat het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk was, omdat de mededeling over de invoering van trekkingsrechten niet gericht was op rechtsgevolg, maar slechts een informatieve mededeling betrof. Appellant ging in hoger beroep, waarbij hij aanvoerde dat de mededeling wel degelijk rechtsgevolgen had, omdat hij de negatieve gevolgen voorzag.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de mededeling over de invoering van trekkingsrechten geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht was, en dat het Zorgkantoor appellant terecht niet-ontvankelijk had verklaard in zijn bezwaar. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.