ECLI:NL:CRVB:2015:4620
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onterecht strafontslag wegens vermeend plichtsverzuim bij het kijken naar de woning van buren
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Den Haag. De appellant, werkzaam bij de gemeente Alphen aan den Rijn, was op 7 september 2013 aangehouden door de politie in verband met een vermeende poging tot woninginbraak. Naar aanleiding van deze aanhouding heeft het college van burgemeester en wethouders op 13 december 2013 een strafontslag aan appellant verleend, omdat hij bij de woning van zijn buren was gaan kijken met de intentie om binnen te treden. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt en zijn zaak is uiteindelijk voor de Centrale Raad van Beroep gekomen.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het enkele feit dat appellant bij de woning van zijn buren is gaan kijken, zonder de intentie om binnen te treden, niet kan worden aangemerkt als plichtsverzuim. De Raad oordeelt dat de gemeente niet aannemelijk heeft gemaakt dat appellant de intentie had om de woning binnen te treden. De Raad heeft ook geoordeeld dat de omstandigheden waaronder appellant bij de woning van zijn buren keek, niet duiden op plichtsverzuim, maar mogelijk voortkwamen uit bezorgdheid of sociale controle.
De Centrale Raad van Beroep heeft het besluit van het college vernietigd en het strafontslag herroepen. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.470,- bedragen. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij disciplinaire maatregelen en de noodzaak om plichtsverzuim duidelijk aan te tonen.