ECLI:NL:CRVB:2015:4572
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid door het Uwv
In deze zaak stond centraal of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) terecht de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant per 30 mei 2013 had vastgesteld op 66%. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de mate van arbeidsongeschiktheid ten onrechte was vastgesteld op 45-55%. De Raad volgde het oordeel van de rechtbank over de medische en arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit, maar kwam tot de conclusie dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant per 30 mei 2013 had moeten vaststellen op 66,25%. Dit was gebaseerd op een arbeidskundig onderzoek van 22 juli 2011, waaruit bleek dat het verlies aan verdiencapaciteit 66,25% bedroeg. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het bezwaar van appellant gegrond, waarbij het besluit van 20 februari 2013 werd herroepen. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de kosten van het bezwaar en de proceskosten in beroep en hoger beroep, die in totaal op € 2.450,- werden vastgesteld. De uitspraak werd gedaan op 30 november 2015.