ECLI:NL:CRVB:2015:4569
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van en overgang naar de LFNP-functie in het bestuursrecht en ambtenarenrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de toekenning van en overgang naar de LFNP-functie (Landelijk Functiegebouw Nationale Politie) voor een ambtenaar die werkzaam was als Forensisch Assistent. De appellant, de korpschef van politie, had eerder besloten dat de betrokkene op 1 januari 2012 zou overgaan naar de LFNP-functie Assistent Forensische Opsporing. Dit besluit werd bestreden door de betrokkene, die stelde dat haar functie niet correct was ingedeeld en dat zij recht had op een hogere schaal. De rechtbank had het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de korpschef vernietigd, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat het bestreden besluit niet bevoegd was genomen. De Raad benadrukte dat de transponeringstabel, die niet als algemeen verbindend voorschrift kan worden aangemerkt, toch een zwaarwegende betekenis heeft en dat de korpschef bij het nemen van besluiten over de toekenning van LFNP-functies mag uitgaan van de regels in deze tabel. De Raad concludeerde dat de betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat de matching in haar geval niet overeenkomstig de Regeling was geschied. Het hoger beroep van de korpschef slaagde, en de Raad verklaarde het beroep van de betrokkene ongegrond.