ECLI:NL:CRVB:2015:454
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- J.J.A. Kooijman
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van plichtsverzuim en strafontslag van een politieambtenaar
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de korpschef van politie tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het beroep van betrokkene, een politieambtenaar, tegen zijn ontslag wegens plichtsverzuim gegrond werd verklaard. Betrokkene was sinds 1984 werkzaam bij de politie en had de rang van brigadier. Het ontslag volgde na een disciplinair onderzoek naar vermeend plichtsverzuim, waarbij betrokkene werd verweten dat hij onbetamelijke uitlatingen had gedaan tijdens een evenement, privégerelateerde gesprekken had gevoerd met een burger, en zijn geheimhoudingsplicht had geschonden. De rechtbank oordeelde dat voor de meeste verwijten onvoldoende feitelijke grondslag bestond en dat de korpschef niet bevoegd was om betrokkene te straffen voor het incident tijdens het Winterfeest, omdat er te veel tijd was verstreken sinds de melding van het incident.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat de korpschef niet kon aantonen dat betrokkene zich schuldig had gemaakt aan de verweten gedragingen, en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de korpschef niet bevoegd was om disciplinaire maatregelen te nemen voor het incident tijdens het Winterfeest. De Raad benadrukte dat voor de constatering van plichtsverzuim een deugdelijke vaststelling van feiten noodzakelijk is, en dat de korpschef niet had voldaan aan deze vereisten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de korpschef werd veroordeeld in de proceskosten van betrokkene.