ECLI:NL:CRVB:2015:4490
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.C.W. Lange
- E. Dijt
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake terugvordering WIA-uitkering en dringende redenen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam met betrekking tot de terugvordering van WIA-uitkeringen aan appellant, die in verband met psychische klachten een loongerelateerde uitkering ontving. Appellant had in 2007 zich ziek gemeld en ontving vanaf 2009 een uitkering op basis van de Wet WIA. Na het indienen van zijn inkomsten als freelance grafisch vormgever, heeft het Uwv in 2012 en 2013 besluiten genomen tot herziening van de uitkering en terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen. Appellant stelde dat er dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, onder andere vanwege zijn psychische toestand en de financiële gevolgen van de terugvordering. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de overgelegde informatie onvoldoende was om te concluderen dat de terugvordering onaanvaardbare gevolgen had voor appellant. In hoger beroep herhaalde appellant zijn gronden, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank. De Raad oordeelde dat er geen dringende redenen waren die de terugvordering konden rechtvaardigen, zowel medisch als financieel. De Raad concludeerde dat de rechtbank op goede gronden had geoordeeld dat de terugvordering niet onaanvaardbare gevolgen had voor appellant.