ECLI:NL:CRVB:2015:4353
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW)
In deze zaak heeft appellant op 28 mei 2014 een aanvraag ingediend bij het Uwv voor een toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW) per 22 oktober 2012. Het Uwv heeft deze aanvraag op 16 juni 2014 afgewezen, omdat het inkomen van appellant niet onder het voor hem geldende sociale minimum lag. Het sociale minimum bedroeg € 50,49 per dag, terwijl de aan appellant toegekende uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) tussen 22 oktober 2012 en 1 december 2012 € 64,67 per dag was en vanaf 1 december 2012 € 60,36 per dag. Hierdoor kwam appellant niet in aanmerking voor een toeslag.
Appellant heeft tegen deze afwijzing bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank Den Haag heeft in haar uitspraak van 23 februari 2015 het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Appellant heeft in hoger beroep herhaald dat hij maandelijks minder dan € 600,- aan WW-uitkering ontvangt en dat hij recht heeft op een toeslag.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank bij de vaststelling van het inkomen van appellant is uitgegaan van de gegevens zoals vermeld in Suwinet. Appellant heeft geen bewijsstukken overgelegd die de juistheid van deze gegevens in twijfel trekken. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank en bevestigt de aangevallen uitspraak. Het hoger beroep van appellant slaagt niet en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.