ECLI:NL:CRVB:2015:4325
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering in hoger beroep met betrekking tot dyslexie en opleidingsniveau
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die zich ziek had gemeld na een periode van werkloosheid. Appellant, die dyslectisch is, betwistte de vaststelling van zijn opleidingsniveau door het Uwv, dat hem op basis van zijn opleiding en werkervaring geschikt achtte voor functies op MBO-4 niveau. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij zij zich beperkte tot de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit. Appellant had geen diploma van zijn HBO-studie, maar wel een getuigschrift, wat hij als onvoldoende beschouwde. Hij voerde aan dat zijn dyslexie en de hulp van zijn oom bij zijn studie niet voldoende waren onderbouwd om zijn geschiktheid voor de geduide functies te betwisten. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, oordelend dat de arbeidsdeskundige terecht had vastgesteld dat appellant in staat was om meer dan 65% van zijn maatmaninkomen te verdienen. De Raad concludeerde dat de aangevoerde gronden in hoger beroep een herhaling waren van eerdere argumenten en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.