ECLI:NL:CRVB:2015:424
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Hillen
- J.F. Bandringa
- C.H. Rombouts
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van besluit tot opleggen van maatregel bij bijstandsverlening en verzoek om schadevergoeding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft een geschil over de rechtmatigheid van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen, waarbij een maatregel werd opgelegd aan appellante in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college had de bijstand van appellante herzien en een verlaging van 10% opgelegd, omdat er kasstortingen op de gezamenlijke bankrekening van appellante en haar echtgenoot waren geconstateerd. Appellante stelde dat zij geen bijstand ontving in de relevante periode en dat de maatregel onterecht was opgelegd. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, maar in hoger beroep heeft de Raad geoordeeld dat het college de maatregel niet langer handhaaft. De Raad heeft vastgesteld dat het besluit tot opleggen van de maatregel onrechtmatig was, maar het verzoek van appellante om schadevergoeding wegens immateriële schade is afgewezen. De Raad oordeelde dat appellante niet voldoende had aangetoond dat zij geestelijk letsel had geleden als gevolg van het besluit. Wel is het college veroordeeld tot betaling van wettelijke rente en proceskosten aan appellante. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor het college om zorgvuldig om te gaan met de inlichtingenverplichting en de gevolgen van onterecht opgelegde maatregelen.