ECLI:NL:CRVB:2015:4210
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijzondere bijstand en faillissement
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarin de aanvraag voor bijzondere bijstand voor de energiekosten werd afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. Appellant, die failliet was verklaard op 15 juli 2014, heeft zich in hoger beroep gekeerd tegen deze uitspraak. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat, gezien het faillissement, de rechtsvordering geschorst dient te worden op verzoek van de gedaagde, in dit geval het college van burgemeester en wethouders van Zwolle. Het college heeft de Raad geïnformeerd over het faillissement en verzocht om schorsing van het geding. De curator heeft echter besloten de procedure niet voort te zetten. De Raad heeft het college vervolgens in de gelegenheid gesteld om ontslag van instantie te vragen, wat het college heeft gedaan. De Raad heeft geoordeeld dat er geen gegronde redenen zijn om de procedure voort te zetten, gezien de failliete boedel en de bevoegdheid van de curator. Daarom heeft de Raad het verzoek om ontslag van instantie toegewezen en het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.