ECLI:NL:CRVB:2015:4181
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen buiten behandelingstelling aanvraag bijstandsverlening op grond van de Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Hengelo om de aanvraag voor bijstand buiten behandeling te stellen, heeft bevestigd. Appellant had zich op 7 maart 2013 gemeld voor bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college verzocht appellant om aanvullende gegevens, waaronder bankafschriften, maar deze zijn niet tijdig ingeleverd. Appellant betwistte de noodzaak van de bankafschriften en stelde dat hij deze niet kon overleggen omdat ze bij een incasso-onderneming lagen. De rechtbank oordeelde dat het college op goede gronden de aanvraag buiten behandeling had gesteld, omdat appellant niet tijdig de gevraagde gegevens had verstrekt. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd geoordeeld dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te laten. De Raad concludeerde dat appellant redelijkerwijs in staat had moeten zijn om de benodigde gegevens te verstrekken en dat de brief van het college voldoende duidelijk was over de gevolgen van het niet tijdig aanleveren van de gegevens.