ECLI:NL:CRVB:2015:4168
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de intrekking van de ZW-uitkering van een appellante na ziekmelding en de medische beoordeling door het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellante. Appellante had zich op 16 april 2012 ziek gemeld vanwege pijnklachten aan haar rechterenkel en haar dienstverband was per 1 juni 2012 beëindigd. Het Uwv heeft op 25 oktober 2012 besloten om de ZW-uitkering van appellante per 29 oktober 2012 te beëindigen, gebaseerd op een rapport van de verzekeringsarts. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep ging.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat zij in staat was haar werkzaamheden zonder krukken te verrichten. De Raad heeft de argumenten van appellante beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de medische beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De Raad heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts voldoende informatie heeft verzameld en dat er geen objectief medisch substraat is vastgesteld dat zou wijzen op langdurige arbeidsongeschiktheid. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en het hoger beroep van appellante afgewezen, waarbij de eerdere uitspraak is bevestigd.