ECLI:NL:CRVB:2015:4087
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- M.T. Boerlage
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Ontslag op grond van impasse in samenwerking tussen ambtenaar en college
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van Venlo, naar aanleiding van een ontslagbesluit dat op 2 april 2013 is genomen. Appellant was sinds 1 juli 2007 in dienst van de gemeente Venlo en was vanaf 1 november 2008 teamleider. De kwestie draait om de vraag of er ten tijde van het ontslag nog uitzicht was op een vruchtbare samenwerking tussen appellant en het college, en of er sprake was van een impasse die het college bevoegd maakte om appellant te ontslaan op grond van artikel 8:8 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO). De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat er ten tijde van het ontslag niet in het geheel geen samenwerking meer mogelijk was. De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen de fictieve weigering niet-ontvankelijk verklaard, maar de Raad komt tot de conclusie dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en herroept het ontslagbesluit, omdat er geen sprake was van een impasse. Tevens wordt aan appellant een dwangsom toegekend van € 1.260,-. De Raad oordeelt dat het college verantwoordelijk is voor de ontstane situatie en dat appellant niet op een redelijke manier kon worden ontslagen. De uitspraak benadrukt het belang van een goede communicatie en samenwerking binnen de gemeentelijke organisatie.