Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- draagt appellant op een nieuw besluit te nemen over het recht op uitkering over de periode
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Betrokkene, die zich per 8 december 2008 arbeidsongeschikt had gemeld, ontving een WIA-uitkering die niet tot uitbetaling kwam omdat hij in Singapore woonde, een land zonder sociaal zekerheidsverdrag met Nederland. De rechtbank had geoordeeld dat de appellant het belang van re-integratie zwaarder had moeten laten wegen dan het exportverbod van de Wet BEU. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat de rechtbank ten onrechte het bestreden besluit heeft vernietigd. De Raad stelt dat de Wet BEU en de artikelen 43 en 45 van de Wet WIA geen ruimte bieden voor een belangenafweging in dit geval, omdat de export van de WIA-uitkering naar Singapore niet mogelijk was. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak, behoudens de beslissingen over proceskosten en griffierecht, en verklaart het beroep gegrond voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 11 juni 2012. Appellant wordt veroordeeld in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 980,-.