ECLI:NL:CRVB:2015:3832
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening en terugvordering door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, waarbij zijn bijstandsverlening werd ingetrokken en een bedrag van € 720,63 werd teruggevorderd. Appellant ontving sinds 29 juni 2007 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand. Het college had de bijstand met ingang van 1 januari 2008 ingetrokken, omdat appellant het rechtmatigheidsformulier niet had ingeleverd en zijn vertrek naar het buitenland niet had gemeld. Appellant stelde dat hij recht had op bijstand tot 28 januari 2008 en dat het college enkel de kosten van bijstand over de periode van 28 januari tot 31 januari 2008 kon terugvorderen.
De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond. In hoger beroep herhaalde appellant zijn argumenten. Het college had inmiddels een nader besluit genomen, waarin het de bijstand met ingang van 28 januari 2008 introk en een lager terug te vorderen bedrag van € 92,98 vaststelde. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college met het nader besluit geheel tegemoet was gekomen aan appellant, maar dat er nog een belang bestond bij de beoordeling van het bestreden besluit, omdat appellant om vergoeding van de kosten van rechtsbijstand had verzocht.
De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit gegrond. Het college had het besluit van 13 juni 2008 gedeeltelijk herroepen, maar had niet expliciet beslist op het verzoek van appellant om vergoeding van de kosten in de bezwaarfase. De Raad oordeelde dat het college in de kosten van bezwaar van appellant moest worden veroordeeld tot een bedrag van € 490,- en in de proceskosten tot een totaalbedrag van € 2.450,-. Tevens werd bepaald dat het college het griffierecht van in totaal € 166,- aan appellant moest vergoeden.