ECLI:NL:CRVB:2015:3764

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 oktober 2015
Publicatiedatum
29 oktober 2015
Zaaknummer
14/2571 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand verhuiskosten op basis van algemene noodzakelijke kosten

In deze zaak heeft appellante op 4 juni 2012 bijzondere bijstand aangevraagd op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) voor de kosten van verhuizing van Vaals naar [woonplaats]. Het dagelijks bestuur van de regionale dienst Pentasz Mergelland heeft deze aanvraag op 11 juni 2012 afgewezen, met als reden dat verhuiskosten als incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan worden beschouwd. Bijzondere bijstand kan alleen worden verleend indien er bijzondere omstandigheden zijn waardoor geen reservering voor deze kosten mogelijk was. Het dagelijks bestuur verklaarde de bezwaren tegen deze afwijzing ongegrond op 6 december 2012.

De rechtbank Limburg heeft in de aangevallen uitspraak van 27 maart 2014 het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de kosten van de verhuizing voortvloeien uit algemene noodzakelijke kosten van het bestaan, die in beginsel uit het inkomen op bijstandsniveau moeten worden bestreden. Appellante had geruime tijd om te reserveren voor deze kosten, aangezien zij al vijf jaar als woningzoekende in [woonplaats] stond ingeschreven. Bovendien had zij een lening afgesloten om de verhuiskosten gespreid te kunnen betalen.

In hoger beroep heeft appellante opnieuw aangevoerd dat haar medische klachten een bijzondere omstandigheid vormen die het verhuizen noodzakelijk maken. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat appellante geen nieuwe argumenten heeft aangedragen die de eerdere afwijzing kunnen weerleggen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellante voldoende gelegenheid had om voor de verhuiskosten te reserveren. De beroepsgrond dat eerdere verhuizingen het reserveren bemoeilijkten, werd niet als valide argument gezien. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak.

Uitspraak

14/2571 WWB
Datum uitspraak: 27 oktober 2015
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 27 maart 2014, 13/197 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
het dagelijks bestuur van de regionale dienst Pentasz Mergelland (dagelijks bestuur)
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. A.J.J. Kreutzkamp, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 september 2015. Voor appellante is verschenen mr. Kreutzkamp. Het dagelijks bestuur heeft zich laten vertegenwoordigen door M.T.P.P. Gijsens.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellante heeft op 4 juni 2012 bijzondere bijstand aangevraagd op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) voor de kosten van verhuizing van Vaals naar [woonplaats].
1.2.
Bij besluit van 11 juni 2012 heeft het dagelijks bestuur de aanvraag om bijzondere bijstand afgewezen.
1.3.
Bij besluit van 6 december 2012 (bestreden besluit) heeft het dagelijks bestuur de bezwaren tegen het besluit van 11 juni 2012 ongegrond verklaard. Het dagelijks bestuur heeft hieraan, samengevat, ten grondslag dat verhuiskosten incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan zijn. Bijzondere bijstand voor deze kosten is alleen dan mogelijk wanneer vanwege bijzondere omstandigheden geen reservering voor deze kosten heeft kunnen plaatsvinden. Van bijzondere omstandigheden is in het geval van appellante niet gebleken.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat tussen partijen uitsluitend in geschil is of de betreffende kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden en geoordeeld dat daarvan geen sprake is. Hiertoe heeft de rechtbank, samengevat, overwogen dat de door appellante gevraagde vergoeding ziet op kosten die zijn aan te merken als algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan die in beginsel moeten worden bestreden uit het inkomen op bijstandsniveau, hetzij door reservering vooraf, hetzij door middel van gespreide betaling achteraf. Appellante beschikte over een inkomen op bijstandsniveau. Nu de verhuizing van appellante voorzienbaar was aangezien zij sinds vijf jaren als woningzoekende in [woonplaats] stond ingeschreven, had appellante dus geruime tijd voor deze kosten kunnen reserveren. Bovendien heeft appellante een lening afgesloten waarmee zij in staat was de verhuiskosten te bestrijden door gespreide betaling achteraf. De aangevoerde medische gronden zien op de noodzaak voor appellante om te verhuizen en hebben geen betrekking op de aanwezigheid van een bijzondere omstandigheid als gevolg waarvan de verhuiskosten niet uit het inkomen van appellante kunnen worden voldaan. Appellante heeft immers aangegeven dat de medische redenen zijn gelegen in het feit dat zij vanwege haar klachten veel van en naar artsen/ziekenhuizen in [woonplaats] moet reizen en daarom in [woonplaats] wil wonen.
3. In hoger beroep heeft appellante zich tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Daartoe heeft appellante, evenals in beroep, aangevoerd dat de bijzondere omstandigheden zijn gelegen in haar medische klachten die maakten dat zij veel van en naar artsen/ziekenhuizen moest reizen en dat daarom sprake was van een medische reden om in [woonplaats] te gaan wonen. Zij heeft verder aangevoerd dat reserveren niet zonder meer mogelijk was omdat zij reeds een aantal malen is verhuisd.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
De gronden die appellante in hoger beroep heeft aangevoerd zijn een herhaling van wat zij in beroep heeft aangevoerd. De rechtbank is gemotiveerd op die gronden ingegaan. Appellante heeft geen redenen aangevoerd waarom de gemotiveerde weerlegging van de in beroep aangevoerde gronden in de aangevallen uitspraak - zoals hiervoor in 2 samengevat - onjuist dan wel onvolledig is. De Raad kan zich geheel vinden in het oordeel van de rechtbank en de daaraan ten grondslag gelegde overwegingen en maakt deze tot de zijne. Daaraan wordt in aanvulling nog toegevoegd dat de beroepsgrond van appellante, dat zij niet heeft kunnen reserveren in verband met eerdere verhuizingen, niet slaagt. Appellante is weliswaar een aantal keer verhuisd binnen de gemeente Vaals, maar heeft voorafgaand aan haar verhuizing naar [woonplaats] bijna vijf jaar op hetzelfde adres gewoond. De rechtbank heeft dan ook terecht overwogen dat appellante voor de kosten van deze verhuizing, die voorzienbaar was, geruime tijd had kunnen reserveren.
4.2.
Uit het voorgaande vloeit voort dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door G.M.G. Hink, in tegenwoordigheid van J.L. Meijer als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 oktober 2015.
(getekend) G.M.G. Hink
(getekend) J.L. Meijer

HD