ECLI:NL:CRVB:2015:3724
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens onduidelijke financiële situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant had op 22 januari 2013 een aanvraag voor bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend. De gemeente Utrecht heeft de aanvraag afgewezen op 5 april 2013, omdat niet was aangetoond dat de appellant in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. De gemeente vorderde ook een eerder verstrekt voorschot van € 800,- terug.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant aangevoerd dat hij open kaart heeft gespeeld over zijn financiële situatie, maar de Raad oordeelde dat hij niet voldoende duidelijkheid had verschaft. De Raad benadrukte dat de bewijslast voor bijstandbehoevendheid bij de aanvrager ligt en dat het niet nakomen van de inlichtingenverplichting kan leiden tot weigering van bijstand.
De Raad concludeerde dat de appellant niet aan zijn verplichtingen had voldaan en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De terugvordering van het voorschot werd niet verder besproken, omdat hiertegen geen zelfstandige beroepsgronden waren aangevoerd. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.