ECLI:NL:CRVB:2015:3717
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- J.F. Bandringa
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag door de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de afwijzing van een bijstandsaanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Venlo. Betrokkene had op 29 november 2012 een aanvraag voor bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand ingediend, met een verzoek om bijstand met terugwerkende kracht vanaf 4 november 2012. De aanvraag werd afgewezen op 7 februari 2013, omdat betrokkene niet had aangetoond hoe hij in zijn levensonderhoud had voorzien vanaf 1 maart 2012.
De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, met de opdracht aan appellant om een nieuw besluit te nemen. De rechtbank concludeerde dat er een moment was waarop geen reden meer bestond om te twijfelen aan de bijstandbehoevendheid van betrokkene, vastgesteld op 1 januari 2013. Appellant ging echter in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat hij in de periode van 1 januari 2013 tot 7 februari 2013 in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. De Raad stelde vast dat de bewijslast voor bijstandhoevendheid bij de aanvrager ligt en dat betrokkene onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn financiële situatie in de relevante periode. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.