In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die zich ziek had gemeld wegens rugklachten en psychische klachten, had hoger beroep ingesteld tegen besluiten van het UWV die zijn aanvragen voor uitkeringen op grond van de Wet WIA en de Ziektewet hadden afgewezen. De Raad constateerde dat er tegenstrijdige rapportages waren van verschillende psychiaters over de diagnose en de beperkingen van de appellant. De Raad benoemde een onafhankelijke deskundige, psychiater prof. dr. G. Glas, die concludeerde dat appellant lijdende was aan zowel een posttraumatische stressstoornis (PTSS) als een chronische en ernstige depressieve stoornis. Dit stond in contrast met eerdere oordelen van het UWV en de rechtbank, die de psychische klachten van appellant niet als zodanig erkenden. De Raad oordeelde dat de rapportage van deskundige Glas overtuigend was en dat het UWV de eerdere besluiten moest heroverwegen. De Raad vernietigde de eerdere uitspraken en beslissingen van het UWV en droeg hen op om nieuwe beslissingen te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd het UWV veroordeeld in de proceskosten van appellant, die aanzienlijk waren door de juridische procedures.