ECLI:NL:CRVB:2015:3631
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van AOW-verzekering voor werkzaamheden in Duitsland onder Verordening (EEG) nr. 1408/71
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uitsluiting van appellant van de verzekering op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Appellant, geboren in Duitsland en sinds 1987 werkzaam als zelfstandig advocaat in Duitsland, heeft bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van de Sociale verzekeringsbank (Svb) dat hij in bepaalde tijdvakken niet verzekerd was voor de AOW. De Svb baseerde deze uitsluiting op de opgave van de Deutsche Rentenversicherung Bund (DRB), waaruit bleek dat appellant in de betreffende perioden als werknemer in Duitsland was verzekerd.
De Raad heeft vastgesteld dat gedurende de tijdvakken in geding de Verordening (EEG) nr. 1408/71 van toepassing was, die de sociale zekerheidsrechten van werknemers en zelfstandigen in de EU regelt. De Raad oordeelde dat de werkzaamheden van appellant in Duitsland, die door de DRB als verplichte verzekering zijn aangemerkt, niet onder de Nederlandse wetgeving vallen. De Raad concludeerde dat appellant terecht niet verzekerd is geacht voor de AOW, omdat de Duitse wetgeving van toepassing was op zijn werkzaamheden in die tijdvakken.
De uitspraak bevestigt dat de kwalificatie van werkzaamheden door de bevoegde Duitse autoriteiten leidend is en dat de Nederlandse wetgeving niet van toepassing is wanneer er sprake is van een verzekering krachtens de Duitse regeling. De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg bevestigd en het hoger beroep van appellant afgewezen.