ECLI:NL:CRVB:2015:3623
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om kwijtschelding van resterende schulden na eerdere afwijzingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellante had verzocht om kwijtschelding van resterende schulden die voortvloeiden uit eerdere terugvorderingen van bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De terugvorderingen waren het gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenverplichting volgens de Wet werk en bijstand (WWB).
De appellante had eerder meerdere keren verzocht om kwijtschelding, maar deze verzoeken waren afgewezen. In de procedure werd betoogd dat er geen sprake was van een herhaalde aanvraag, maar de Raad oordeelde dat de appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor kwijtschelding zoals neergelegd in de Beleidsregels van het college. De Raad benadrukte dat het aan de verzoeker ligt om aan te tonen dat er relevante wijzigingen in de omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat aan de voorwaarden voor kwijtschelding wordt voldaan.
De Raad concludeerde dat de appellante, ondanks haar lichamelijke en geestelijke klachten, geen bijzondere omstandigheden had aangetoond die het college zouden verplichten om van het beleid af te wijken. De medische informatie die was overgelegd, toonde geen causaal verband aan tussen de gezondheidsproblemen van de appellante en de terugvordering van de bijstand.
Uiteindelijk bevestigde de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.