ECLI:NL:CRVB:2015:3608
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlaging toeslag en terugvordering bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellante ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en had recht op een toeslag van 20%. Echter, zij heeft verzuimd om een wijziging in haar woonsituatie, die op 18 juli 2012 plaatsvond, tijdig door te geven aan de gemeente. Dit leidde tot een verlaging van haar toeslag naar 14% en een terugvordering van eerder ontvangen bijstandsuitkeringen. De rechtbank had het beroep van appellante tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep ging.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante in strijd met haar inlichtingenverplichting heeft gehandeld door de wijziging van haar woonsituatie niet tijdig door te geven. De Raad oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders terecht de bijstandsverlening heeft herzien en de terugvordering heeft opgelegd. De Raad heeft de argumenten van appellante, dat zij tijdig had geïnformeerd en dat er geen grond was voor de verlaging van de toeslag, verworpen. De Raad concludeerde dat de herziening en terugvordering van de bijstand terecht waren en dat het hoger beroep van appellante geen doel trof.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en benadrukt het belang van het naleven van de inlichtingenverplichting door bijstandsontvangers. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen.