ECLI:NL:CRVB:2015:3573
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.H. Bangma
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Ontslag van politieambtenaar wegens lekken van vertrouwelijke informatie en plichtsverzuim
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 oktober 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een politieambtenaar die was ontslagen wegens zeer ernstig plichtsverzuim. De appellant, die sinds 1990 werkzaam was bij de politie, werd verweten vertrouwelijke politie-informatie te hebben gelekt en onzorgvuldig om te gaan met dienstgegevens. Het ontslag was primair gebaseerd op artikel 77, eerste lid, onder j, van het Besluit algemene bepalingen rechtspositie politie (Barp). De rechtbank had eerder het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
De Raad volgde de rechtbank in haar overwegingen en oordeelde dat de appellant zich schuldig had gemaakt aan het lekken van vertrouwelijke informatie, het hebben van ongewenste criminele contacten en het niet kunnen wegnemen van de schijn dat hij in ruil voor vertrouwelijke informatie mogelijk was beloond. De appellant had wisselende verklaringen afgelegd over een auto-ruil en een etentje, wat de schijn van onrechtmatigheid versterkte. De Raad concludeerde dat de korpschef bevoegd was om de appellant disciplinair te straffen en dat het ontslag niet onevenredig was aan de aard en ernst van het plichtsverzuim.
De uitspraak bevestigde dat aan politieambtenaren hoge integriteitseisen worden gesteld, vooral met betrekking tot het omgaan met vertrouwelijke informatie. De lange staat van dienst van de appellant deed niets af aan de conclusie dat hij niet voldeed aan deze eisen. Het hoger beroep van de appellant werd afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd.