ECLI:NL:CRVB:2015:3551

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 oktober 2015
Publicatiedatum
14 oktober 2015
Zaaknummer
13/4225 ZW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van het beroep inzake Ziektewet en herroeping van besluit

Op 14 oktober 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/4225 ZW. Deze uitspraak betreft het hoger beroep van een appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn beroep door de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het beroep van appellant niet-ontvankelijk was, omdat het besluit van 16 juli 2012, dat de inkomsten van appellant uit arbeid in mindering bracht op zijn Ziektewetuitkering, was herroepen. Hierdoor was er geen resterend procesbelang voor appellant om het beroep tegen het bestreden besluit te handhaven.

In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij tot december 2012 geen ziekengeld heeft ontvangen, ondanks dat hij arbeidsongeschikt was. Het Uwv heeft echter betoogd dat het besluit van 16 juli 2012 enkel betrekking had op de periode van 4 tot en met 22 juni 2012 en dat de herroeping van dit besluit geen invloed had op de periode daarna. De Raad heeft de argumenten van appellant niet gevolgd en zich verenigd met de overwegingen van de rechtbank. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt, omdat de aangevoerde argumenten van appellant buiten de reikwijdte van het bestreden besluit vallen.

De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

13/4225 ZW
Datum uitspraak: 14 oktober 2015
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
30 juli 2013, 12/6249 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (Duitsland) (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
[Belanghebbende B.V.] te [vestigingsplaats] (belanghebbende)
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld en nadere stukken ingezonden.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Onder inzending van een aantal besluiten heeft het Uwv antwoord gegeven op vragen van de Raad. Appellant heeft eveneens een reactie ingezonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 september 2015. Appellant is, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door
drs. M.P.W.M. Wiertz.

OVERWEGINGEN

1. Voor een overzicht van de van belang zijnde feiten wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat bij besluit van 22 november 2012 (bestreden besluit) het besluit van 16 juli 2012, waarbij door appellant verworven inkomsten uit arbeid over de weken 23, 24 en 25 van 2012 in mindering waren gebracht op de uitkering op grond van de Ziektewet (ZW), is ingetrokken en dat, nu is gebleken dat het ziekengeld over die weken is betaald, appellant geen belang meer heeft bij beoordeling van zijn beroep.
3.1.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat het beroep bij de rechtbank beperkt is gebleven tot de beoordeling van de weken 23, 24 en 25 van 2012, maar dat hij tot december 2012 geen ziekengeld heeft ontvangen, terwijl hij wel arbeidsongeschikt was.
3.2.
Het Uwv heeft verzocht de uitspraak van de rechtbank te bevestigen. Het Uwv heeft benadrukt dat het besluit van 16 juli 2012 slechts betrekking had op het korten van inkomsten op het ziekengeld over de periode van 4 tot en met 22 juni 2012 en dat bij het bestreden besluit het besluit van 16 juli 2012 is herroepen. Het besluit van 16 juli 2012 strekte zich niet uit over perioden, gelegen na de datum 22 juni 2012 zodat perioden daarna buiten de reikwijdte van het bestreden besluit vallen.
4. De Raad verenigt zich met de uitspraak van de rechtbank en met de overwegingen die de rechtbank daaraan ten grondslag heeft gelegd. Alles wat appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, ziet op zijn arbeidsongeschiktheid en ter zake genomen besluiten op grond van de ZW na de periode hier in geding. Dat valt buiten de reikwijdte van het bestreden besluit, en dus buiten dit geding. De rechtbank heeft met juistheid geconcludeerd dat door herroeping van het besluit van 16 juli 2012 geen resterend procesbelang bij handhaving van het beroep tegen het bestreden besluit is gebleken. Het hoger beroep slaagt niet. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.S. van der Kolk, in tegenwoordigheid van
C.M.A.V. van Kleef als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 14 oktober 2015.
(getekend) J.S. van der Kolk
(getekend) C.M.A.V. van Kleef

UM