ECLI:NL:CRVB:2015:353
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 februari 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Zwolle-Lelystad. Appellant had zich ziek gemeld op 12 januari 2010 en verzocht om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het Uwv had vastgesteld dat appellant met ingang van 10 januari 2012 geen recht had op een WIA-uitkering, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Dit besluit werd door de rechtbank in een eerdere uitspraak bevestigd.
Appellant stelde in hoger beroep dat hij niet in staat was om de voor hem geschikte functies te vervullen, vooral na een auto-ongeval in april 2012, wat leidde tot een wijziging in zijn belastbaarheid. Het Uwv betwistte dit, stellende dat de wijziging in belastbaarheid geen invloed had op de situatie per 10 januari 2012, de datum waarop het besluit van het Uwv betrekking had.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de medische en arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit deugdelijk was. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat er geen strijd was met het zorgvuldigheidsbeginsel. Het hoger beroep van appellant werd afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.