Uitspraak
25 juli 2014, 13/7049 (aangevallen uitspraak)
mr. M.K. Dekker.
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de weigering van een WIA-uitkering aan appellante werd bevestigd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 25 september 2015 uitspraak gedaan. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.C. de Jonge, heeft hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 19 juni 2013, waarin werd vastgesteld dat zij per 14 augustus 2013 minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Het Uwv had eerder het bezwaar van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
De rechtbank oordeelde dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat de medische situatie van appellante correct was ingeschat. De rechtbank concludeerde dat de arbeidsdeskundige rapporten voldoende inzicht boden in de geschiktheid van de aan appellante voorgehouden functies. Appellante betwistte in hoger beroep de juistheid van deze oordelen, maar de Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank. De Raad oordeelde dat appellante haar bezwaren tegen de medische grondslag niet voldoende had onderbouwd met objectieve medische gegevens.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek tot schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling en de noodzaak voor appellanten om hun stellingen met objectieve gegevens te onderbouwen.