ECLI:NL:CRVB:2015:3400
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verplichte intrekking van bijstand op basis van woonplaatsonderzoek en inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) voor appellante, die woonachtig zou zijn in Alphen aan de Rijn in plaats van Leiden. Appellante ontving bijstand vanaf 9 januari 2013, maar na een melding van het Participatiecentrum van de gemeente Leiden is er een onderzoek ingesteld naar haar woonadres. Dit onderzoek omvatte dossieronderzoek, waarnemingen, en internetonderzoek, waaronder het bekijken van haar Facebook-pagina. De bevindingen leidden tot de conclusie dat appellante niet in Leiden woonde, maar in Alphen aan de Rijn, wat in strijd was met haar wettelijke inlichtingenverplichting. Het college van burgemeester en wethouders van Leiden heeft daarop de bijstand per 9 januari 2013 ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd.
De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond. Appellante ging in hoger beroep, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de onderzoeksbevindingen voldoende feitelijke grondslag boden voor de conclusie dat appellante in Alphen aan de Rijn woonde. De Raad benadrukte dat het van essentieel belang is dat een bijstandsontvanger correcte informatie over zijn woonadres verstrekt, aangezien dit invloed heeft op de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. De uitspraak bevestigt dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken en dat appellante geen recht had op bijstand gedurende de onderzochte periode.