ECLI:NL:CRVB:2015:3375
Centrale Raad van Beroep
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor vrijwillig budgetbeheer en beoordeling van voorliggende voorzieningen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant, die sinds 17 november 2010 een uitkering ontvangt op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, had op 5 februari 2013 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van vrijwillig budgetbeheer bij een specifieke budgetbeheerder. Het college van burgemeester en wethouders van Venlo heeft deze aanvraag afgewezen, met de reden dat er een passende en toereikende voorliggende voorziening beschikbaar was via PLANgroep, die kosteloos werd aangeboden door de gemeente. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna de appellant in hoger beroep ging.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de appellant niet heeft aangetoond dat de aangeboden voorliggende voorziening niet passend of toereikend was. De Raad benadrukt dat het aan de aanvrager is om dit aannemelijk te maken. De appellant heeft weliswaar gesteld dat hij een vertrouwensband heeft met zijn huidige budgetbeheerder, maar heeft dit niet met objectieve gegevens onderbouwd. De Raad concludeert dat de afwijzing van de aanvraag van de appellant in overeenstemming is met de wet en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van het beleid rechtvaardigen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.